zondag 3 april 2022

1. DE KRUISIGING IN HET LICHT VAN DE FILOSOFIE VAN DE VRIJHEID

Wanneer men probeert zich onder te dompelen in het heilige Mysterie van Golgotha, zal men moeten vaststellen dat een meditatieve onderdompeling in het beeld van het kruis in ons een gevoel van diepste wroeging opwekt. Dit gevoel, dat de christelijke gelovigen zo goed kennen, moet in onze tijd een andere, meer cognitieve vorm aannemen.

            In zijn zuiverste vorm kan dit schuldgevoel ten opzichte van de gekruisigde God worden ervaren door "De filosofie van de vrijheid" van Rudolf Steiner. Want deze "Filosofie van de vrijheid” geeft ons een sleutel om door te dringen in het Mysterie van Golgotha. En in feite zijn deze ideeën van de "Filosofie van de Vrijheid" bijzonder geschikt om het mysterie van de gekruisigde God te doorgronden, dat betrekking heeft op de aard van de menselijke vrijheid. Want de leer over de aard van de menselijke kennis is een waarachtige weerspiegeling van het grote wereldhistorische gebeuren.

            Zoals bekend is de menselijke kennis volgens deze "Filosofie van de Vrijheid" zo gestructureerd, dat de mens aan het begin van zijn cognitieve activiteit afhankelijk is van het uitwissen van de totale ideële inhoud van de wereld, die in hem immanent blijft, zodat deze ideële inhoud zich in het begin slechts in hem openbaart als een streven naar kennis. En dit streven, dit gevoel van ontevredenheid met het gegeven beeld van de wereld, kan alleen bevredigd worden als de mens aan het eind van zijn cognitieve activiteit de oorspronkelijk geschrapte ideële inhoud in zich herstelt door een vrije inspanning van het denken.

            En aan de omstandigheid dat het kennisorganisme van de mens deze structuur heeft, aan het feit dat de mens aan het begin van zijn weg van kennis de waarheid moet schrappen om aan het einde zelfstandig zijn kennis te herwinnen, aan deze omstandigheid heeft de mens zijn vrijheid te danken. Dankzij deze kenwijze wordt de vrijheid van de mens op een wonderbaarlijke wijze in de wereld opgenomen.

            Toch is deze ervaring van de menselijke vrijheid slechts één aspect van de ervaring die kan worden opgedaan door de studie van "De Filosofie van de Vrijheid". Want aanvankelijk ervaren wij slechts op welke wijze onze menselijke vrijheid in de wereld mogelijk wordt door deze cognitieve modus. Wij ervaren daarbij wat de oorspronkelijke verwijdering van de waarheid en het herstel daarvan door het denken van de cognitieve mens betekent.

            Maar men kan en mag zich ook afvragen wat de voornoemde menselijke cognitieve modus betekent voor de eerst gewiste en vervolgens herstelde ideële  inhoud van de wereld. En als men zich dit afvraagt, zal men moeten vaststellen dat deze weg van de kennis van de mens voor de waarheid een weg van dood en wederopstanding is - om de vrijheid van de mens te verzekeren moet de waarheid in hem wegsterven - en dus moeten we tegen onszelf zeggen: Wij zijn het zelf die deze waarheid doden om onszelf aan het begin van de kennis als onafhankelijke wezens te ervaren, wij zijn het die in het streven naar kennis onze grote schuld voor de waarheid moeten ervaren; en wij zijn het ook, die door de inspanning van zelfopoffering de waarheid weer moeten opwekken die in ons gedood werd. 

            Zo zien we dat onze menselijke kennis gebaseerd is op het tragische mysterie van dood en verrijzenis.  En dit tragische mysterie dat in de "Filosofie van de Vrijheid" op het gebied van de menselijke kennis wordt geopenbaard, speelt zich zowel af in het lot van de individuele mens als in het lot van de gehele mensheid.

            Wanneer men het lot van de individuele mens bestudeert, zal men kunnen ontdekken, dat het tragische karakter van de mens wordt bepaald door het feit, dat tussen hemel en aarde voor de mens een diepe afgrond gaapt en dat beide werelden door een drempel worden gescheiden. En het is juist door de aanwezigheid van deze drempel die beide werelden van elkaar scheidt, dat de twee belangrijkste ervaringen van het menselijk bestaan onvermijdelijk leiden tot de ervaringen van geboorte en dood.

            Nu is het essentieel te beseffen dat geboorte en dood met betrekking tot de drempel die beide werelden scheidt, relatieve begrippen zijn. Want een aardse geboorte, opgevat als een vertrek uit de hemelse wereld, is, vanuit het standpunt van de hemelse wereld die daardoor wordt verlaten, een ervaring van de dood, terwijl een aardse dood, vanuit het standpunt van deze wereld, een geboorte van de geest is, een opstanding.

            In feite wordt de aardse geboorte als sterven ervaren en de aardse dood als herleven door dat wezen dat het hogere ik van de mens is, zijn eigenlijke geest. Want wat voor de aardse lagere mens een geboorte is, is voor deze hogere hemelse mens de dood, en wat voor de aardse lagere mens een dood is, is voor de hogere hemelse mens een geboorte.

            Men zou dus de gehele mens, die zowel de hogere als de lagere mens omvat, met de maan kunnen vergelijken. Want zoals de maan afwisselend door verschillende fasen moet gaan, zo gebeurt dit ook met het totale wezen van de mens. En het is dan ook volkomen juist wanneer wij de aardse fase van het menselijk bestaan vergelijken met de Volle Maan en de hemelse fase van dit bestaan met de Nieuwe Maan. En zoals de ene maanfase de andere uitsluit, zo is het ook met het menselijk bestaan. De geboorte van het lagere aardse bewustzijn is een dood voor het hogere geestelijke bewustzijn, en de aardse dood van de mens is een wedergeboorte in de geest.

            Zoals we weten, worden deze periodiek elkaar afwisselende fasen die elkaar uitsluiten, uitgedrukt in de wet van reïncarnatie. Deze wet van reïncarnatie is voor de wezens van de geestelijke wereld een middel om de mens te beschermen tegen Lucifer en Ahriman. En daarom is het zo vruchtbaar voor een exacte kennis van beide tegenstanders hen te bezien in hun relatie tot geboorte en dood.  Lucifer openbaart zich dan als een entiteit die zich antagonistisch opstelt tegenover geboorte, terwijl Ahriman een entiteit is die strijdt tegen de dood.

            Lucifer zou niets liever willen dan dat de mens nooit geboren zou hoeven worden; maar omdat Lucifer dit niet kan verhinderen, omdat de mens steeds weer met behulp van de Goden op de Aarde verschijnt, probeert Lucifer, zo goed als het kan, de mens ervan te weerhouden volledig op de Aarde te incarneren en in hem een verlangen naar het verloren paradijs op te wekken. En zou Lucifer dit doel bereiken, dan zou de mens zich in een paradijs beleven, doch dit paradijs zou geen waar paradijs zijn. Want daar de wereldgeschiedenis tragisch is, daar in de wereld zwoegen, lijden en dood heersen, is de toestand van paradijselijke gelukzaligheid een ongerechtvaardigde, egoïstische toestand geworden, die alleen voorkomen kan worden door de mens steeds weer uit de Luciferische sfeer, waar hij vóór zijn incarnatie zou verblijven, te verbannen door de poort van de aardse geboorte.

            Direct tegenovergestelde bedoelingen worden door Ahriman nagestreefd. Terwijl Lucifer de mens van zijn aardse geboorte zou willen afhouden, streeft Ahriman ernaar de aardse dood van de mens, die immers een wedergeboorte van de geest is, te verhinderen. Ahriman zou niets liever willen dan dat de mens nooit meer door de poort van de dood naar de geestelijke wereld zou hoeven terugkeren, dat hij zich voor altijd met de aarde verbonden zou hebben. Maar omdat de mens zich moet onderwerpen aan de vloek van de dood en ondanks alle inspanningen van Ahriman steeds weer door het portaal van de dood terugkeert naar de geestelijke wereld om daar voor het oordeel van de Goden te verschijnen, probeert Ahriman, zo goed en kwaad als het kan, de mens tijdens zijn levensdagen zo vast mogelijk aan de Aarde te ketenen. Steeds weer probeert hij de menselijke ziel aan zijn geestloze wereldbeeld te binden en hoopt dat hij er op een dag in zal slagen de mens aan het oordeel van Kamaloka te onttrekken.

            Maar zoals de mens met behulp van de Goden gered wordt van de macht van Lucifer door hen door het geboorteportaal uit een prenataal bestaan te bannen, zo wordt de mens gered van de macht van Ahriman door gedwongen te worden door het sterfportaal terug te keren naar de geestelijke wereld om daar voor het oordeel van de Goden te verschijnen.

            Zoals dus de geboorte een herhaling is van de verbanning uit het paradijs, is de dood een profetische voorafschaduwing van het Laatste Oordeel. Want wat voor de gehele mensheid de verbanning uit het paradijs was, is voor een individueel mens de geboorte.  En wat de hele mensheid op een dag zal ervaren als het Laatste Oordeel, is voor een individueel mens de dood. Geboorte en dood zijn dus wapens voor de geestelijke wezens van de hogere wereld, die zij gebruiken in hun strijd voor de mensen tegen beide antagonisten.

            Maar het is nu belangrijk te bedenken dat deze strijd van de Goden tegen beide antagonisten nooit tot een beslissende overwinning op hen kan leiden, in zoverre de menselijke ziel door geboorte en dood telkens eenvoudig een verdere strijd uit de weg gaat, d.w.z. het terrein van deze strijd verlaat.  Door de aardse geboorte onttrekt de ziel zich aan Lucifer en door de aardse dood onttrekt zij zich aan Ahriman. Geboorte is een ontsnapping aan Lucifer, dood een ontsnapping aan Ahriman.

            Wat is er nu nodig om Lucifer en Ahriman uiteindelijk te verslaan? Daartoe is het nodig om binnen de eigen lichamelijkheid te kunnen ervaren wat het hogere Ik van de mens anders alleen buiten deze lichamelijkheid ervaart als dood bij de aardse geboorte en geboorte bij de aardse dood. Met andere woorden, de mens moet, als hij bereid is Lucifer en Ahriman uiteindelijk te verslaan, zich bewust worden van de bestemming van zijn geest ook binnen zijn aardse lichaam. De mens moet een tweede keer geboren worden, nadat hij al fysiek door de poort van de geboorte is gegaan en hij moet in staat zijn de dood mystiek te ervaren, voordat deze dood ook fysiek plaatsvindt. Zo kan hij in zichzelf een bewustzijn ontwikkelen dat tegelijkertijd een staat van dood en een staat van geboorte zou zijn, en dit moet gebeuren doordat de mens zich bewust wordt van die ervaringen die zijn geest anders alleen buiten het aardse lichaam heeft vóór de aardse geboorte en na de aardse dood. Op deze wijze zal de mens, indien hij bereid is een beslissende overwinning op Lucifer en Ahriman te behalen, in het aardse lichaam een toestand beleven, die tegelijkertijd een geboorte van het hogere in een lager wezen en een dood van het lagere in een hoger wezen zou zijn.

            Maar wat is deze ervaring van geboorte van het hogere in een lager wezen dat tegelijkertijd de dood is van een lager in een hoger wezen? Het is de staat van kruisiging. En het is het hogere Ik van de mens dat in deze staat van kruisiging zichzelf gekruisigd ervaart in zijn lichaam.  Want enerzijds wordt dit hogere Ik zich tijdens zo'n kruisiging in het aardse lichaam bewust van zijn geestelijke stromen, en anderzijds moet het echter ervaren hoe deze geestelijke stromen als het ware gebonden zijn, als het ware vastgenageld aan dit stijve kruis van het aardse lichaam.

            Maar juist deze pijnlijke toestand van kruisiging is niets anders dan een beslissende overwinning op Lucifer en Ahriman. Want de weerstanden die de krachtstromen van het hogere Ik in het aardse lichaam ondervinden, komen voort uit Luciferische en Ahrimanische invloeden, uit invloeden die alleen overwonnen kunnen worden doordat het hogere Ik van de mens leert zich in het aardse lichaam net zo vrij uit te breiden als het voorheen alleen buiten de lichamelijkheid kon doen.

            Daarbij moet echter vooral worden benadrukt, dat niet op de een of andere manier de lagere bewustzijnstoestand, die zelf een gevolg is van de aardse belichaming, bewust in staat is de kruisiging te ervaren, maar dat het het hogere Ik van de mens is, dat zich als zodanig voorheen alleen buiten het lichaam kon ervaren.

            Want alleen door een proces van zelfbewustzijnsverheffing in het fysieke lichaam van dat hogere Ik, dat zich anders alleen buiten dit lichaam had ervaren, alleen door dit proces van zelfbewustzijnsverheffing in het aardse lichaam ontstaat de ervaring van kruisiging in het aardse bewustzijn van de mens.

            Als men dit weet, dan wordt de noodzaak voor de mensheid van de kruisiging van het Woord in de loop van de wereldgeschiedenis duidelijk, want zoals voor het doel van de verlossing van Lucifer en Ahriman het hogere Ik van een individu door de ervaring van kruisiging moet gaan, zo is het ook met de verlossing van deze machten binnen de gehele mensheid.  Het Ik-bewustzijn van de gehele mensheid, dat door Jezus wordt vertegenwoordigd, kan noch door zijn eigen inherente krachten alleen Lucifer en Ahriman overwinnen. Alleen het hogere Ik van de mensheid, Christus, dat zich tot Jezus verhoudt als het hogere Ik van de individuele mens tot zijn aardse zelfbewustzijn, is hiertoe in staat. Alleen Christus kan door de kracht van Golgotha de mensheid bevrijden uit de macht van beide antagonisten en wel door de synthese van geboorte en dood tijdens de kruisiging. Door de geboorte van een hoger in een lager wezen overwint Christus Lucifer, door de dood van een lager in een hoger wezen overwint Hij Ahriman.

            Nu wij getracht hebben de innerlijke betekenis van de kruisiging voor het lot van een individu zowel als voor het lot van de gehele mensheid te doorgronden en de noodzaak van deze kruisiging voor het behalen van een beslissende overwinning op beide hoofdrolspelers hebben ingezien, moet voor ons de vraag rijzen naar de historische werkelijkheid van de kruisiging. Wij moeten ons namelijk afvragen of de historische werkelijkheid van Golgotha, zonder enige traditie of documenten, begrepen kan worden door iemand die nog geen innerlijke ontmoeting met Christus heeft gehad.

            Als men deze vraag stelt, zal men kunnen ontdekken dat ook de historische werkelijkheid van het Mysterie van Golgotha kan worden begrepen in het licht van "De Filosofie van de Vrijheid". Dit is geenszins een kwestie van een rationeel bewijs, want het zou een ondraaglijke pretentie zijn het hoogste wonder uit de geschiedenis, de menswording van God, op de een of andere manier logisch te willen bewijzen. Toch is het wonderbaarlijk dat de historische werkelijkheid van Golgotha niet uit een noodzaak van het denken, maar uit vrijheid begrepen kan worden.

            Zoals wij reeds hebben gezegd, is de menselijke kenwijze zodanig gestructureerd dat de mens eerst moreel in de schuld moet komen te staan ten opzichte van de waarheid en daarna boete moet doen voor deze schuld en dat juist deze weg van schuld en boete onze vrijheid mogelijk maakt. En diezelfde weg van schuld en verzoening moet ook de hele mensheid gaan om vrij te kunnen worden.

            Op grond van de vrijheid wordt dus ook de zondeval erkend en op grond van diezelfde vrijheid is de mensheid verplicht om boete te kunnen doen voor deze zondeval. En al is de wereldgeschiedenis in zekere zin een aaneenschakeling van noodzakelijkheden, deze aaneenschakeling van noodzakelijkheden berust volgens dit alles op het ideaal van de vrijheid. En zoals de vrijheid op grond van de zondeval van de mens aan het begin van de geschiedenis werd erkend, zo verscheen op grond van deze vrijheid Christus als het ideaal van deze vrijheid in het midden van de loop van de geschiedenis. En vanuit diezelfde vrijheid van waaruit de zondeval werd toegelaten en de Verlosser werd gekruisigd, kunnen wij tegenwoordig de wijze leiding van de wereld vergoelijken en erkennen, want voor iemand die vanuit de vrijheid de wereldgeschiedenis bestudeert, is de werkelijkheid van Golgotha een vanzelfsprekendheid die niet bewezen hoeft te worden en waaraan niet getwijfeld kan worden. Zoals in het centrum van een cycloon rust heerst, omdat rondom stormen woeden, zo vinden wij ook te midden van de woedende stormen van deze tijd de goddelijke rust van Golgotha.  Dit Mysterie van Golgotha is niet geconditioneerd door iets anders dan zichzelf. Het is er eenvoudigweg, als een openbaring van de diepste zin van de wereld, zodat iedereen die de zin van de wereld zoekt, haar zal vinden.  En het wezen van een waar christelijk geloof bestaat erin uit vrijheid de werkelijkheid van het Mysterie van Golgotha te verstaan, te verstaan als datgene wat ook historisch moet geschieden, omdat het een openbaring is van de betekenis van de wereldgeschiedenis. 

 

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

NOOT VAN DE VERTALER - Over de identiteit en het werk van Valentin Tomberg als de gereïncarneerde Hermes Tresmegistos

In het tweede deel getiteld "Het Mysterie van Golgotha en de Hemel" van dit 5-delige ontzagwekkende essay uit de bundel van vroege...